contrapunt
Contrapunt is een van de vakken waarin we meerstemmig leren schrijven (het andere vak is Harmonieleer). In de eerste semesters oefenen we deze discipline met de 16de-eeuwse vocale polyfonie als voorbeeld.
De begrippen contrapunt en polyfonie worden vaak door elkaar gebruikt.
Polyfonie: letterlijk veelstemmigheid. Meestal bedoeld als beschrijving van muziek met min of meer gelijkwaardige, ritmisch zelfstandige stemmen. Dit als tegenstelling tot homofonie: hiërarchisch geordende muziek met een hoofdstem waarnaar de overige stemmen zich ritmisch moeten richten.
Twee polyfone stijlen zijn uitgangspunt voor vrijwel alle latere contrapuntstijlen: (1) de 16de-eeuwse vocale polyfonie (Renaissance-contrapunt, ‘Palestrinastijl’) en (2) de (laat)barokke instrumentale polyfonie (fuga, Bach). Laatstgenoemde stijl is zonder de eerste niet denkbaar; veel basis-uitgangspunten van het Renaissance-contrapunt zijn behouden gebleven in Barok-contrapunt.
Daarom is beoefenen van contrapunt in Renaissancestijl een logische eerste stap.
Oefenen in Renaissance-contrapunt-stijl maakt het mogelijk om met eenvoudige middelen te beginnen. Alle belangrijke uitgangspunten van het Renaissance-contrapunt kunnen in tweestemmig verband (bicinium, duo) worden gerealiseerd, zonder een latent harmonische basis (zoals die in barok-contrapunt vaak aan de orde is).
Contrapunt-oefeningen in Renaissance-idioom kunnen goed stapsgewijs worden opgebouwd, volgens de aloude indeling in ‘soorten’. Daarbij wordt de ritmiek van het contrapunt in een aantal fasen uitgebouwd, van de allersimpelste geheel consonante noot-tegen-noot-zetting (punctum contra punctum) via verschillende vormen van dissonant-behandeling tot uiteindelijk geheel zelfstandig verlopende stemmen.
De uitdagingen die je in Renaissance-contrapunt vindt, zijn universeel: hoe zorg je voor een lijn met kop en staart, hoe bouw je een climax, hoe realiseer je eenheid en afwisseling, hoe laat je zelfstandige lijnen samenkomen in een geheel. Het leren van dergelijke zaken overstijgt de stijlperiode die we als voorbeeld voor dit muzikale handwerk gebruiken.
Er is waarschijnlijk geen discipline die ons beter in contact brengt met het actieve muzikaal denken dat we componeren noemen. Het geeft ons daarmee een diepgaander begrip voor het componeerwerk van anderen.
Bij contrapunt gaat het niet in de eerste plaats om de wetenschappelijk verantwoorde beschrijving. Het gaat om de activiteit van het zelf schrijven.
Het is leren door doen.
We spelen een spel — met strenge spelregels (want daar wordt een spel uiteindelijk leuker van).
Benodigde voorkennis en vaardigheden:
- een goede basisbeheersing van het notenschrift, vaardigheid in het lezen op (een systeem van ten minste) twee notenbalken, met gebruik van g- en f-sleutel;
- kennis van intervallen en diatonische toonladders (modi, ‘kerktoonladders’)
- de mogelijkheid om geschreven oefeningen te horen, door spelen (meerstemmig, aan een toetsinstrument) en/of zingen; het terugluisteren via een geluids-applicatie kan eventueel ook een hulpmiddel zijn.