harmonieleer
In de Westerse muziek is harmonie sinds eeuwen structuur-bepalend. In muziek uit de vroege barok tot aan hedendaagse stijlen (waaronder ook veel ‘lichte’ muziek) vormen harmonische wetmatigheden een soort gemeenschappelijke grammatica.
De harmonieleer beschrijft in de eerste plaats deze algemene grammatica in akkoord-opeenvolgingen. Het zelf schrijven van dergelijke akkoordverbindingen helpt bij het verkrijgen van een scherper oog en oor voor de betekenis van harmonie. Dit zelf schrijven maakt van harmonieleer een vaardigheidstraining (en niet slechts een theoretische exercitie).
Harmonieleer gaat hand in hand met de ontwikkeling van het muzikaal gehoor en geeft een onmisbaar handvat voor de analyse van de vele muziek waarin harmonie een hoofdrol speelt. Ervaring met harmonie is zeer nuttig bij uitvoeren van veel bestaande muziek en bij het improviseren. Ook kan het van pas komen bij arrangeren en componeren.
Benodigde voorkennis en vaardigheden:
- Harmonieleer vervalt al gauw tot abstracte theorie als het muzikaal gehoor niet op adequaat niveau functioneert. M.a.w. het onderdeel harmonisch gehoor in de Solfège-training moet gelijke tred houden met het beoefenen van de harmonieleer.
- De (theoretische) beheersing van de akkoorden, zoals in de Muziekleer aangeboden, dient op goed basisniveau te zijn. Concreet: parate kennis van de grote, kleine en verminderde drieklanken is vereist; daarnaast zijn enkele septiemakkoorden van belang (Dominant-septiemakkoord, klein septiemakkoord, verminderd en halfverminderd septiemakkoord).
- De mogelijkheid om geschreven oefeningen te horen, door spelen (meerstemmig, aan een toetsinstrument) en/of zingen; het terugluisteren via een geluids-applicatie kan eventueel ook een hulpmiddel zijn.